In 2006 sloot ik mijn masterstudie Theologie af aan de Universiteit Utrecht. Ik koos binnen de master Theologie en Kerk voor het tracé Theologie en Organisatie. Vanwege mijn jarenlange ervaring als manager in het bedrijfsleven, en als docent aan verschillende management-opleidingen vond ik dit voor mij een relevante toepassing van mijn kennis en vaardigheden. Ik bleef de enige met dat diploma, want enkele jaren later verdween de Faculteit Godgeleerdheid aan de UU.

Tijdens het laatste jaar van mijn studie heb ik alle gevolgde vakken toegespitst op het thema ‘de rol van de kerk bij rampen‘. Van het uitpluizen van specifieke boetepsalmen in het Hebreeuws tot het verkennen van de sociologische aspecten en de psychosociale zorg bij rampen. Ik nam deel aan een cursus over het thema (en werd later gastdocent bij diezelfde cursus voor het verzorgen van het onderdeel mediatraining). Mijn interesse voor het thema bestond al veel langer (groot geworden met de familieherinneringen aan de Watersnoodramp van 1953), maar was verder gegroeid tijdens de jaren dat ik als uitgever bij Koninklijke Vermande (van 1991-1995) verantwoordelijk was voor verschillende publicaties met vakinformatie voor de brandweer, waaronder het vakblad Brand&Brandweer. De impact van de Bijlmerramp in 1992 op professionals heeft een onuitwisbare indruk op mij gemaakt.

Crisiscompetenties

Een tastbaar werkstuk als onderdeel van dit studiejaar is mijn werkstuk in de vorm van een brochure: Crisiscompetenties. Benodigde kennis, vaardigheden en attitudes voor geestelijk verzorgers na rampen‘ (2006).

Het woord vooraf schetst doel en inhoud, nog steeds actueel in 2024:

“Een maakbare samenleving geeft ons het gevoel dat alles in het leven beheersbaar is. Alles is te koop en we zetten het leven naar onze eigen hand. Zingeving doen we zelf en de vraagstukken van leven en dood zijn naar de rand van ons bewustzijn verplaatst. Totdat een ingrijpende gebeurtenis ons overrompelt en verlamt. De schok en verslagenheid is dan groot. Niet alleen bij de direct betrokkenen, maar ook bij iedereen die er kennis van neemt via de media. Zingeving moet hervonden worden, de gebeurtenissen moeten een betekenis krijgen om ze te kunnen begrijpen, en vragen over leven en dood komen ineens weer dichtbij.

Voor veel mensen heeft de kerk geen vanzelfsprekende plek meer in het hart van de samenleving. Maar die plek krijgt zij soms voor een tijdje terug als er een ramp is gebeurd. De kerk blijkt dan als vanouds in staat om mensen in nood tot steun te zijn, met gebed en rituelen en met heel concrete hulp aan getroffenen. Maar mensen (vrijwilligers, predikanten en pastores) maken de kerk, en die moeten liefst wel voorbereid zijn op deze plotselinge bijzondere vraag naar hun expertise, onder zware omstandigheden.
Dit gegeven vormt het uitgangspunt voor deze bijdrage aan de deskundigheidsbevordering van geestelijk verzorgers voor hun inzet na een ramp. De tekst van dit werkstuk heb ik geschreven als een tekst voor een brochure, die hopelijk op enig moment een rol gaat krijgen voor kerkelijke gemeenten en parochies, die zich op een mogelijke taak willen voorbereiden.

Met dit werkstuk sluit ik mijn masterstudie Theologie en Organisatie af, maar niet mijn belangstelling voor de rol van de kerken bij rampen. Ik zal er graag aan bijdragen dat de verzamelde kennis op dit gebied zijn weg naar de praktijk kan vinden, zodat mensen in noodsituaties goed geholpen kunnen worden bij hun zingevingsvragen.

Lydia Vroegindeweij, augustus 2006″

Publicaties downloaden

Het volledige werkstuk Crisiscompetenties, de brochure inclusief de competentiemeter is hier te downloaden.

De competentiemeter, die ik ontwikkelde is in 2011 opgenomen in de herziene handreiking Rampen Spirit, zorg voor de geest van Impact/ARQ. Zie deze pagina voor meer informatie en downloads.

Het vervolg: de Crisiswerkplaats

Tijdens de netwerkbijeenkomsten van Rampenspirit raakte ik verder betrokken in de wereld van de crisiscommunicatie. In diezelfde jaren gingen sociale media zoals Facebook (2004) en Twitter (2006) van start. Dit bleken communicatiemiddelen met een geheel nieuwe mogelijkheden voor informatieverstrekking. In geval van ongevallen, branden of rampen kan iedereen daarmee snel beeld en tekst delen. Dat vormt niet alleen een bedreiging (sensatie, mis-informatie) maar ook een grote kans voor professionals zoals de crisisdiensten, lokale overheden en veiligheidsregio’s. Samen met Ina Strating heb ik het project de Crisiswerkplaats opgericht. Een leeromgeving waarin we de kansen van sociale media voor de betrokkenen en getroffenen inventariseerden, uitprobeerden en de opgedane kennis deelden via artikelen, workshops en trainingen. Het startpunt was ons eigen Twitter-account, waarmee we een rolmodel en voorbeeld probeerden te zijn tijdens lopende crises. De positieve resultaten hiervan leidden ertoe dat we werden gevraagd om trainingen te geven bij gemeenten en veiligheidsregio’s over het doeltreffend gebruik van sociale media bij crises. Ook deden we onderzoek in opdracht van de Politieacademie en hielpen we mee in de nafase van enkele grote incidenten.

Een van de producten was de inventarisatie van aanbevelingen uit de praktijk rond de grote brand bij Chemie-Pack in Moerdijk in januari 2011: Wijsheid van de massa, 10 dagen Moerdijk.

De Crisiswerkplaats heeft bestaan van 2009 tot 2012, toen naar onze mening het pionierswerk rond de kennis van sociale media voldoende was verricht.